top of page

Wonen in oppashuizen

Van plek naar plek hoppen. Dat is wat huisoppas Iris Schlagwein (31) doet. Met haar handbagage koffer woont ze om de zoveel weken ergens anders. ,,Telkens weer in een nieuwe omgeving zijn en nieuwe mensen en plekken leren kennen. Dat vind ik heerlijk.’’

 

Ze heeft binnen twee jaar al op veel verschillende plekken gewoond. Als huisoppas woont Iris tijdelijk in huizen van mensen die op vakantie zijn. Dan verzorgt ze de post, de planten en vaak ook een poes. Soms is dat een paar dagen. Soms een paar maanden. Voor haar voelt het als een grote vakantie. Als ze een keer geen huis heeft om op te passen, is ze bij haar zus. Maar dat komt bijna niet meer voor. Iris: ,,Het sluit allemaal goed op elkaar aan. Als ik bij het ene huis wegga, kan ik bij een ander huis vaak meteen terecht.’’ 

 

 

Bekijk de video om te zien hoe het wonen in oppashuizen bij Iris is ontstaan.

Wonen in oppashuizen
Video afspelen

Een vaste baan heeft Iris niet. Ze is afgestudeerd als theatervormgever en heeft soms tijdelijke klussen. Iris: ,,Vorig jaar heb ik meegedaan aan een tijdelijk project. Van dat geld leef ik nu nog steeds.’’ Volgens haar is het niet moeilijk om rond te komen. Ze geeft weinig geld uit aan spullen. Maar ze houdt zichzelf niet tegen om geld uit te geven. ,,Als ik een keer met een vriendin uit eten wil gaan, dan doe ik dat gewoon. Ik leef niet bewust heel zuinig.’’ Veel leuke dingen kosten volgens haar bovendien vaak weinig geld. ,,Een wandeling in het bos, baantjes trekken in het plaatselijke zwembad of een yoga-les volgen. Dat doe ik graag en het kost niet veel.’’

 

Voordat ze in oppashuizen woonde, leefde Iris al minimalistisch. Op haar 23ste kreeg ze een hernia waar ze drie jaar van moest herstellen. ,,Ik had ontzettend veel pijn. Aan het begin kon ik alleen maar op de bank liggen.’’ Die tijd heeft haar aan het nadenken gezet: wat is echt belangrijk? Ze merkte dat het hebben van veel spullen, activiteiten en vrienden haar niet gelukkiger maakte. Daarom besloot ze alleen dingen te doen en te houden, waar ze blij van wordt. Dat begon met het wegdoen van spullen. Dvd’s die ze nooit keek, boeken die ze nooit las en kledingstukken die ze niet droeg. Weg ermee. Nu bezit ze alleen haar koffer nog. Daar zit wat kleding in, haar laptop, een donskussen en ‘van die stomme dingen’ zoals pleisters en postzegels. Ze besefte ook hoe belangrijk een goede gezondheid is en besloot gezonder te gaan eten. Iris: ,, Ik ben anders naar voeding gaan kijken. Ik kijk beter naar wat ik eet en ik kook niet meer met pakjes en zakjes.’’

 

Ze nam ook afscheid van bepaalde mensen. Contacten die haar te veel energie kostten. Iris: ,,Bijvoorbeeld mensen die alleen maar kunnen klagen of roddelen. Dan kwam ik moe thuis. Dat kostte me ontzettend veel energie. Daarom besloot ik om minder met hen om te gaan.’’ Vrienden heeft Iris nog genoeg. Verspreid over het hele land. Dat is volgens haar handig aan het wonen in oppashuizen. Ze is altijd weer bij andere vrienden in de buurt. Ze voelt zich niet snel eenzaam. Bovendien vindt ze alleen zijn niet erg. Iris: ,,Heerlijk om op een zonnige dag alleen een terrasje te pakken en met een kopje koffie en een stukje taart mensen te kijken.’’

 

Ook op sociale media minimaliseert Iris. Instagram en Facebook gebruikt ze voornamelijk zakelijk. Maar die apps heeft ze bewust niet meer op haar telefoon staan. Want dat zorgt volgens haar alleen maar voor afleiding. WhatsApp gebruikt ze wel veel. Maar in groepsgesprekken zit ze niet meer. Iris: ,,Daarin moest ik nog een lastige keuze maken. Ik zat in een groepsgesprek met een paar vriendinnen van de middelbare school. Daar werd altijd veel in gepraat. Vaak niks bijzonders. Dat zorgde bij mij voor veel afleiding. Maar soms werden er wel belangrijke dingen in besproken. Dat was een moeilijke afweging. Ik heb toen de keuze gemaakt om er toch uit te stappen. Als er echt iets belangrijks is dan sturen ze mij wel persoonlijk een berichtje.’’

Op de vraag of deze manier van leven haar gelukkiger heeft gemaakt, moet Iris even nadenken. ,,Dat is moeilijk te zeggen. Het is een lang proces geweest. Je kunt niet van de een op de andere dag minimalistisch leven. Ik had een paar jaar nodig om mijn weg erin te vinden. Maar ik denk wel dat het mij gelukkiger heeft gemaakt. Hoe meer je loslaat, hoe meer je bij jezelf komt en hoe beter je kunt voelen. Er is geen afleiding meer. Geen ruis meer. Er zijn geen dingen meer die je storen in het ontdekken van wat jou gelukkiger maakt.’’

bottom of page